Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Opname 12 december 2014 Vrijdag van Vredenburg in Tivoli Vredenburg, Utrecht.
F.Mendelssohn - Psalm 42 'Wie der Hirsch schreit'

Musici
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
Philippe Herreweghe, dirigent
Christina Landshamer, sopraan

Oefennummers:
Psalm 42
Bladmuziek:
Psalm 42
Psalm 42, “Wie der Hirsch schreit nach frischem Wasser”, opus 42 (1837), is met zeven delen de meest uitgebreide. Ook de meest welluidende en Mendelssohns eigen favoriet. Hij begon eraan  te werken tijdens zijn huwelijksreis in het Zwarte Woud, en het werk ademt dan ook puur geluk en een diep geloof in het goede. Dit wordt prachtig weergegeven in het pastorale karakter van het openingsdeel met koor en groot orkest, maar ook in de aria voor sopraan en hobo-solo “Meine Seele dürstet nach Gott”, en de twee andere triomfantelijke koordelen waaruit dank spreekt, met feestelijke trompetten en pauken. De cantate eindigt met een grootse fuga. Voor Mendelssohn was religieuze muziek iets anders dan kerkelijke muziek. Zijn psalmbewerkingen zijn meer expressieve uitingen van zijn eigen geloofsbeleving dan voorspelbare invuloefeningen van kerkelijke voorschriften. Dat uitgangspunt geeft hem ruimte om zich van zijn kwetsbare, menselijk kant te tonen. De koorcultuur is Mendelssohn eeuwig dankbaar voor het feit dat hij een van de populairste psalmen ‘Evenals een moede hinde…’  in 1837 op muziek zette.
Psalm teksten inspireerden Mendelssohn gedurede zijn gehele scheppende periode, en hij liet naast a-cappella liederen en de hymne “Hör mein Bitten” ook vijf grote psalm cantates na":

"Wie der Hirsch schreit" (Psalm 42)
"Kommt, lasst uns anbeten" (Psalm 95)
"Singet dem Herrn ein neues Lied" (Psalm 98)
"Da Israel aus Ägypten zog" (Psalm 114)
"Non nobis" respectievelijk "nicht unserm Namen Herr" (Psalm 115)

Mendelssohn wordt vaak met Mozart vergeleken. Beiden waren wonderkinderen, beiden hadden een getalenteerde zus en beiden stierven jong. Mendelssohn, zoon uit een tot het christendom bekeerd welgesteld joods gezin, bleek al zeer jong een muzikaal fenomeen dat ook nog kon dichten en schilderen. Als componist keek Mendelssohn meer achterom dan vooruit: zijn grote voorbeelden waren Bach, Händel en Mozart. Het was Mendelssohn die Bach weer uit de vergetelheid haalde en de eerste zet gaf aan de Bachrevival die sindsdien nog steeds voortduurt. Een eeuw na de première voerde Mendelssohn namelijk Bachs Mattheüspassie voor het eerst weer uit. Dat was in 1829.  Hoewel hem in zijn muzikale carrière alles voor de wind ging, maakte zijn zwakke gestel hem emotioneel kwetsbaar. De dood van zijn lievelingszus Fanny werd hem fataal: Mendelssohn stierf in hetzelfde jaar, 38 jaar oud.

    Terug naar de inhoud