Dit is een live-registratie van de uitvoering op 12 januari 2020 in de Broekhovense Kerk in Tilburg.
Het geheel stond onder leiding van Rienk Bakker.
Oefennummers: |
Bladmuziek: |
Toelichting:
Naar schatting moet Bach gedurende zijn ambtsperiode in Leipzig zo'n zestig huwelijkscantates hebben uitgevoerd tijdens kerkelijke huwelijksdiensten ('gantze Brautmessen') in Thomas- en Nicolaikirche, voor welgestelden die zich zo'n kostbare productie ('8 Thaler') konden veroorloven. Slechts drie daarvan (BWV 195, 196 en 197) zijn ons geheel of gedeeltelijk overgeleverd. Van BWV 195 bestaat een partituur uit Bachs laatste levensjaren, 1748/49, dus uit de tijd dat hij werkte aan zijn opus ultimum, de Hohe Messe; het is in elk geval de laatste cantate waaraan Bach heeft gewerkt, maar dat werk moet niet worden overschat: Bach zelf componeerde nog slechts de recitatieven en liet zijn kopiïsten reeds bestaande koren en aria's in de partituur schrijven. Aan het kopiëren van de partijen voor de uitgebreide bezetting van deze cantate kwamen liefst negentien verschillende schrijvers te pas; waarschijnlijk was het een haastklus, wat ook zou kunnen verklaren waarom Bach de drie laatste delen van een eerdere versie verving door een slotkoraal. Aan die voorlaatste versie gingen trouwens nog weer vroegere versies vooraf, wellicht op andere teksten; de oudste bestanddelen dateren reeds uit omstreeks 1730. (De hele vermoedelijke voorgeschiedenis toont hoe Bach voor deze gelegenheidsmuzieken volstrekt pragmatisch met veilige tussenpozen bestaand werk recyclede.)
De huwelijkscantate BWV 195 uit 1748/49 heeft een uiterst luxueuze bezettting, die de meest feestelijke kerkcantate nog ver overtreft: drie trompetten en pauken, strijkers, twee traverso's en oboi (d'amore), in het slotkoraal twee hoorns en een koor van concertisten (die alle soli en koren zingen) en ripiënisten (tuttizangers) die hen in koren hier en daar versterken. Uiteraard hoeven niet alle eerdere versies dezelfde bezetting gehad te hebben. De verwijzing, in recitatief (2), naar Gerechtigkeit en Tugend suggereert dat de bruidegom een vooraanstaand jurist was, zoals het Hochedles Paar uit het (hieronder vermelde) oorspronkelijke deel (7) kan verwijzen naar een huwelijk in adellijke kring, wat ook het schrappen van de delen 6 - 8 in de laatste versie zou kunnen verklaren.
De vijf delen van het gedeelte vóór de huwelijkssluiting zijn symmetrisch gerangschikt rond de opmerkelijke aria (3): koor - recitatief - aria - recitatief - koor