Dubois: Messe de la Délivrance Percussions et cuivres de l’Orchestre philharmonique du Nouveau MondeChanteurs de Sainte-Thérèse · Jean-Willy Kunz · Michel Brousseau · Chœur Tremblant · Chœur philharmonique du Nouveau Monde · Chœur classique d'Ottawa
Oefennummers. | |
Bladmuziek: | |
Toelichting.
Messe de la Délivrance
Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, was Théodore Dubois 67 jaar oud. Daarvoor had hij zich al enkele jaren teruggetrokken uit het openbare leven. Hij zal de Grote Oorlog van binnenuit meemaken en zal vrijwel dagelijks een vrij nauwkeurig dagboek bijhouden. Op 22 juni 1918 vinden we deze vermelding:
‘Ik werk een beetje aan een mis waarvan de eerste uitvoering zou moeten plaatsvinden in de kathedraal van Orléans, als we winnen. De titel zou zijn: Messe de la delivrance (Mis van Bevrijding.) Moge God mij inspireren en mag ik wensen dat het snel gebeurt.”
Bevrijding verwijst zowel naar de bevrijding van het land als naar de bevrijdingsfeesten die elk jaar in Orléans plaatsvinden tijdens de Johannijnse feesten.
Het schrijven van het werk begon in Terrasson, in de Dordogne, en werd op 12 december 1918 in Parijs voltooid, kort na de wapenstilstand. De stijl van deze mis ligt dicht bij die van zijn werken uit de jaren 1880-1890. Het is een zeer klassieke stijl en een erfenis van Schuberts grote Weense missen.
Naast het gewone deel van de Latijnse Mis voegt Théodore Dubois voor de gelegenheid twee delen toe, een schitterende koperen begin, gecomponeerd op de tekst van het Hooglied van Judith (zeer toepasselijk) en een hymne ter ere van de republiek (Domine Salvam fac Rempulicam)
De mis gaat op 8 mei 1921 in première in de kathedraal van Orléans ter gelegenheid van de verjaardag van de bevrijding van Orléans door Jeanne d'Arc (8 mei 1429) en wordt opnieuw opgevoerd in de l’eglise de la Madeleine op 22 november 1922, minder dan twee jaar vóór de dood van de componist.
Théodore Dubois (Rosnay, 24 augustus 1837 - Parijs, 11 juni 1924) was een Frans componist.
Dankzij het winnen van de Prix de Rome was hij vanaf 1868 werkzaam als koordirigent aan St. Clotilde in Parijs. Hij volgde negen jaar later Camille Saint-Saëns op als organist aan La Madeleine. In het jaar 1871 werd hij benoemd tot professor harmonieleer aan het Conservatoire de Paris, waarvan hij van 1896 tot 1905 directeur was. Tot zijn leerlingen behoorden Paul Dukas en Florent Schmitt.
Dubois werd in 1905 gedwongen af te treden als directeur van het Conservatoire, omdat hij geweigerd had de Prix de Rome toe te kennen aan Maurice Ravel. De verontwaardiging daarover werd nog aangewakkerd door een vlammende open brief die Romain Rolland geschreven had. Gabriel Fauré nam het directeurschap over.
Als componist was Dubois conservatief en heeft hij weinig invloed uitgeoefend. Hoewel hij in het Franse muziekleven een vooraanstaande positie innam, speelde hij in de richtingenstrijd tussen Claude Debussy en de door Vincent d'Indy geleide school van César Franck slechts een bijrol. In de eerste plaats heeft hij een belangrijk oeuvre voor orgel op zijn naam staan. Verder componeerde hij o.a. opera's, oratoria, missen, orkestwerken, kamermuziek en liederen in een min of meer klassieke stijl.