Dona nobis pacem (Vaughan Williams)
Eastman-Rochester Chorus
Eastman School Symphony Orchestra
Michaela Anthony, soprano
Siddharth Dubey, baritone
Yunn-Shan Ma, conductor
Kodak Hall at Eastman Theatre
Eastman School of Music
December 7, 2012
Oefennummers. |
Toelichting:
Dona nobis pacem (Geef ons vrede), zo luidt een bekende frase uit de katholieke mis. Het is ook de titel van een cantate die Ralph Vaughan Williams in 1936 componeerde. Momenteel behoort deze ontroerende muziek niet tot het bekendste van Vaughan Williams. Toch heeft Vaughan Williams het werk vrij vaak gedirigeerd. Vermoedelijk beschouwde hij het componeren en uitvoeren van deze muziek als zijn burgerplicht. In 1936 heerste immers opnieuw de dreiging van een wereldoorlog. Vanwege die dreiging voelde Vaughan Williams zich genoodzaakt om dit vredespleidooi onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Opmerkelijk genoeg gebruikte hij daarvoor zowel Latijnse teksten als Engelstalige poëzie. Het was een kunstgreep die Benjamin Britten in 1961 herhaalde met zijn War Requiem.
De cantate is gebaseerd op drie gedichten van Walt Whitman. De gedichten zijn gemaakt op basis van teksten afkomstig van de Latijnse mis, profeten uit het Oude Testament en de House Of Common Speech van John Bright. Sancta Civitas geeft de visie van de componist weer over de heilige stad, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Een droom die in die tijd (1923 - 1926) wel erg ver leek, omdat de oorlog nog maar net was beëindigd.
Dona Nobis Pacem (Geef ons vrede) is een indrukwekkend stuk over oorlogszucht, bloedvergieten, een vader en zoon die naast elkaar slachtoffer worden en ten slot verzoening. Een actueel thema dat je laat nadenken over huidige politieke gebeurtenissen en menselijk drama.
Het werk bestaat uit zes doorlopende delen:
1.Agnus Dei, waarvan de Latijnse tekst afkomstig is uit het laatste deel van de rooms-katholieke mis. De sopraan introduceert het thema en zingt het over het orkest en koor heen. De tekst vertaalt zich als "Lam van God, schenk ons vrede".
2. Beat! Beat! Drums!, is gebaseerd op het eerste gedicht van Whitman. De tekst beschrijft de trommels en hoorns van de oorlog die door deuren en ramen barsten en het vreedzame leven verstoren van kerkelijke gemeenten, geleerden, bruidsparen en andere burgers.
3.Reconciliation, gebruikt het hele tweede gedicht van Whitman. De baritonsolist introduceert de eerste helft van het gedicht, dat door het koor wordt nagebootst en gevarieert. De bariton gaat dan verder met de rest van het gedicht, gevolgd door het koor dat een nieuwe variant van de eerste helft presenteert. Aan het einde herhaalt de sopraan een variatie van het Dona nobis pacem van het eerste deel, "spookachtig zwevend boven de laatste regels van het refrein.
4.Dirge for Two Veterans, gebruikt het grootste deel van het Whitman-gedicht. Dit deel werd oorspronkelijk gecomponeerd in 1914 en later opgenomen in Dona nobis pacem. Hier keren de trommels terug, maar nu in een klap voor de vader en de zoon, "samen vallen", gemarcheerd in een "trieste processie" naar hun "nieuw gemaakte dubbele graf", over het hoofd gezien door de "immense en stille maan". Toch zijn de tonen van hoop in het gedicht van Whitman, voor alle plechtigheid, ingesteld op een kolossale koorzang, alsof we ons willen verzekeren dat we inderdaad hebben geleerd van het bloedbad uit de Eerste Wereldoorlog.
5.Het vijfde gedeelte, dat geen titel draagt, begint met de baritonsolist en een citaat uit de John Bright-rede waarmee hij probeerde de Krimoorlog te voorkomen ('De engel des doods is door het hele land geweest ...'). Het deel gaat verder met sombere citaten uit het boek Jeremia, waarbij de sopraan en het koor ingrijpen met het pleidooi van het Dona nobis pacem.
6.Dit deel gaat dan verder met meer optimistische teksten, waaronder een korte inleiding in het Engels van het Gloria. Het eindigt met een rustige coda van Dona nobis pacem, opnieuw geïntroduceerd door de sopraan, waarna het koor zich erbij voegt om het stuk af te maken.
Sommige opnames en sommige edities verdelen het laatste deel in twee delen, tussen het einde van het citaat uit Jeremia en de start van de bariton met de woorden: "O mens, zeer geliefde, wees niet bang!"