Te Deum in A (W0O 29) Felix Mendelssohn Bartholdy)
Gulbenkian Choir and Michel Corboz
Oefennummer: | ||
Te Deum in A (W0O 29) |
Bladmuziek: | ||
Te Deum in A (W0O 29) |
Het Te Deum (de
eerste twee woorden van Te Deum laudamus, Latijn voor "Wij loven U, O God") is
een hymne op basis van de Bijbel, die in de liturgie van de christelijke kerken waaronder ook
de Rooms-Katholieke Kerk gebruikt wordt. De lofzang is ontstaan
rond het jaar 400 n.Chr., gesteld in ritmisch proza en
wordt tegenwoordig toegeschreven aan Nicetas van Remesiana. Legendarisch is het verhaal dat bisschop Ambrosius van Milaan deze tekst in beurtzang met Augustinus zou hebben gezongen ter gelegenheid van
diens doop. Het Te
Deum wordt
daarom ook wel de Ambrosiaanse lofzang genoemd.
Bij
plechtige dankdiensten, na processies en
bij liturgische diensten voor de vorst(in),
wordt nog vaak het Te Deum gezongen. Tijdens het ancien régime gebeurde
dat ook aan het slot van een triomfantelijke intocht, nadat een veldheer een
stad had ingenomen. Men kan de lofzang ook nog vaak horen bij parochie-
en priester-jubilea
en soms bij speciale gelegenheid tijdens het Lof. Het Te Deum kan ook
gezongen in de vigilie, de plechtige vespers op
de vooravond van kerkelijke hoogfeesten.
Mendelssohn
was pas 17 jaar toen hij in december 1826 zijn Te Deum voor achtstemmig gemengd
koor, solisten en continuo schreef. Zes jaar later (1832) schreef hij ook
een versie voor vierstemmig koor en orgel.