Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Requiem, Seele vergiss sie nicht-Peter Cornelius
Kammerchor Saarbrücken unter leitung von Georg Grün


Zowel in “ein Deutsches Requiem” (1865) van Johannes Brahms (1833 – 1897) als in het Requiem “Seele, vergiß sie nicht, Seele, vergiß nicht die Toten!” (1863) van Peter Cornelius (1824 – 1874) wordt afgeweken van hetgeen gebruikelijk was in die tijd: in het negentiende-eeuwse Duitsland werden teksten uit de katholieke liturgie vertaald in het Duits en op muziek gezet. In de katholieke eredienst wordt een requiem gebruikt als mis, opgedragen voor de doden  De benaming requiem is ontleend aan het eerste woord van het introïtus: Requiem æternam dona eis Domine (Heer, geef hen eeuwige rust). De katholieke leer stelt dat het opdragen van een requiemmis het verblijf van de zielen in het vagevuur zal bekorten. De requiem mis is aldus een bede voor het zieleheil van de overledene.

Brahms en Cornelius hebben uitstekende stukken gecomponeerd waarbij van dit principe is afgeweken. Zij hebben ervoor gekozen om een hooglied van de troost te componeren: troostmuziek voor het laatste en permanente afscheid van een geliefde. Daarnaast zijn deze composities ook bedoeld als troost voor de mens die geconfronteerd wordt met de eigen vergankelijkheid.

Peter Cornelius heeft zijn uniciteit bewezen in meerdere opzichten. Literair bleek hij bijzonder getalenteerd. Daarnaast ontplooide hij zich als verfijnd, lyrisch tekstdichter en componist. Hoewel hij zich begaf in kringen rondom invloedrijke kunstenaars, zoals Liszt en Wagner, bleef hij zijn eigen compositiestijl trouw: door de grote meesters geïnspireerd, maar niet meegesleept. Cornelius vond zijn eigen weg in het idioom, waarin de tonale grenzen steeds verder vervaagden en waarin tekstexpressie één van de belangrijkste doelen was. Het Requiem “Seele, vergiß sie nicht” componeerde hij op tekst van Friedrich Hebbel, naar aanleiding van het overlijden van deze dichter. Deze compositie is een indringend werk, vol expressieve chromatiek en dramatische wendingen. Elke keer dat de woorden ‘Seele, vergiß sie nicht, Seele, vergiß nicht die Toten’ herhaald worden krijgen ze een nieuwe lading in de compacte harmonie en dynamiek. Uiteindelijk verandert de harmonie dusdanig dat een berustende gloed het einde van het stuk begeleidt: het langzaam uitdovend leven verzoent zich met de dood.
Terug naar de inhoud