Performers:
Eva Mei, soprano;
Elisabeth von Magnus, alto;
Kurt Azesberger, tenor;
Gilles Cachemaille, bass;
Arnold Schoenberg Chor; Concentus Musicus,
conducted by Nikolaus Harnoncourt.
Oefennummers: |
Bladmuziek: |
Toelichting
Naast de missen, het Requiem en
de Vespers bevatten Mozarts langere kerkmuziekwerken ook vier litanieën,
allemaal gecomponeerd in Salzburg. Na zijn eerste Italiaanse reis (13 december
1769 tot 28 maart 1771) keerde Mozart terug naar zijn post als aartsbisschoppelijk
“Konzertmeister”. Ongetwijfeld geïnspireerd door wat hij zojuist had
meegemaakt, schreef hij de Litaniae Lauretanae (Loretian Litany) K.109 (74e),
zijn eerste werk in dit genre, dat dateert van mei 1771.
De vorm van de Litanie werd al
in vroegchristelijke tijden gevonden. Zoals de naam al doet vermoeden, is het
een smeekgebed, met een gestage herhaling van toejuichingen; wat de manier van
optreden betreft, is het echter ook een soort responsief gebed. Terwijl de
Loretische Litanie een welsprekende uitdrukking is van Maria-devotie, is de
Sacramentele Litanie een getuigenis van lofprijzing en verering van de
Eucharistie en een erkenning van het heilzame effect ervan.