Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Johann Sebastian Bach - Cantata Nun danket alle Gott BWV 192
Performed by Bożena Bujnicka, Piotr Kedziorek, Chór Kameralny Collegium Vocale Bednarska, and Orkestra Barokowa Collegium Vocale Bednarska, Directed by Anton Birula In Warsaw University, Poland. 11/28/2013.
Oefennummers:  
Toelichting:
Cantate 192 bevat prachtige muziek, maar ook veel raadsels. Er is ons geen partituur overgeleverd, maar slechts partijen voor zangers en instrumentalisten, en zonder een omslag dat ons had kunnen informeren over de liturgische bestemming van de cantate. De partijen, die door Bach zelf zijn aangevuld en gecorrigeerd, zijn geschreven op dezelfde papiersoort waarop voor 17 september 1730 de cantate Jauchzet Gott in allen Landen! (BWV 51) is genoteerd en door dezelfde kopiïst, Bachs latere beroemdste leerling Johann Ludwig Krebs; de cantate zal dus uit najaar 1730 dateren.
BWV 192 is een zogeheten ‘koraalcantate', waarvan de tekst is gebaseerd op een van de bekende kerkliederen (‘koralen'), en ze behoort dus tot Bachs latere aanvullingen op zijn hoofdzakelijk in het seizoen 1724/25 geschreven jaargang koraalcantates. Bij die latere aanvullingen beschikte Bach niet meer over de tekstdichter die koraalcoupletten parafraseerde tot recitatief- en ariateksten, zodat hij deze latere koraalcantates meestal baseerde op de ongewijzigde koraalteksten (per omnes versus). Van deze dertien nagekomen koraalcantates zijn er drie (BWV 97, 100 en 117) gebaseerd op dusdanig algemene lof- en dankliederen dat ze geen specifieke liturgische bestemming hebben; tot die groep zouden we ook BWV 192 kunnen rekenen.
De tekst van BWV 192 is ontleend aan het lied Nun danket alle Gott, in 1636, dus in het holst van de verwoestende Dertigjarige Oorlog, geschreven door de predikant Martin Rinckart (1586-1649) en gezongen op een melodie van Johann Crüger. Rinckarts lied telt slechts drie coupletten, zodat er geen reden is te veronderstellen dat de slechts driedelige cantate ooit langer zou zijn geweest. De driedeligheid zou Bach geïnspireerd kunnen hebben zijn kortste cantate als een 'concerto' te structureren: snel - langzaam - snel.
Onvolledige overlevering betreft wel het aantal partijen; we beschikken bijvoorbeeld niet meer over een tenorpartij. Die is echter met behulp van de andere partijen tamelijk betrouwbaar te reconstrueren. Dat gebeurde rond 1900 voor de oude Bach Ausgabe door de musicoloog Gunther Raphael, en in 1986 voor de Neue Bachausgabe door Alfred Dürr; hun twee reconstructies verschillen, maar hebben veel gemeen. Veel speculatiever is het vermoeden dat er ook nog hoornpartijen ontbreken. De cantate is instrumentaal al royaal bezet met behalve strijkers en continuo twee hobo's en twee traverso's, zodat je aan uitvoering op een feestdag zoals Hervormingsdag (Reformationsfest, 31 oktober) zou kunnen denken, waarop meestal ook koperblazers aantraden; de toonsoort (G-groot) van openings- en slotkoor wijst dan meer in de richting van hoorns dan van trompetten. (Ton Koopman voert BWV 192 uit met twee hoorns.)

Terug naar de inhoud