Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Bach - Cantate Lobe den Herrn, meine Seele BWV 69
Nederlandse Bachvereniging
Peter Dijkstra, dirigent
Miriam Feuersinger, sopraan
Alex Potter, alt
Thomas Hobbs, tenor
Peter Kooij, bas
Oefennummers:  
Toelichting:
Cantate 69 componeerde Bach pas in 1748 ter gelegenheid van de jaarlijkse raadswisseling in het Leipziger stadsbestuur (Ratswahl). Daar kwam trouwens weinig keuze (Wahl) aan te pas: slechts het regerend tiental van de 30 benoemde raadsleden wisselde. De inhuldiging van de ‘nieuwe raad' vond telkens plaats op de eerste maandag na St. Bartholomeus op 24 augustus; in dit geval op maandag 30 augustus. Het jaarlijks componeren van een nieuwe cantate voor deze ceremonie behoorde - in tegenstelling tot de wekelijkse cantate - tot de expliciete verplichtingen van een cantor. Bach moet dus ongeveer 27 Ratswahlcantates hebben geschreven, waarvan wij er nog zes kennen, plus de teksten van enkele andere.
1748: dat betekent dat we hier te maken hebben met één van Bachs laatste activiteiten op het gebied van de cantates. Helaas bevat BWV 69 weinig belangwekkende nieuwe composities, want Bach baseerde haar grotendeels op een gelijknamige cantate (BWV 69a) uit 1723, die dus 25 jaar oud was. Bach nam uit deze vrij algemene lof- en dankzeggende cantate vrijwel ongewijzigd het openingskoor en de twee aria's over (delen 1, 3 en 5); slechts de twee recitatieven componeerde hij nieuw, op teksten (van een onbekende librettist) die naar de raadswisseling verwijzen (de delen 2 en 4), en hij verving het slotkoraal (6). (De tabel geeft de wijzigingen weer.)
De instrumentale bezetting van de cantate is uitgebreid feestelijk, zoals bij alle Ratswahlcantates: behalve strijkers en continuo spelen er drie hobo's, waaronder een hobo da caccia, blokfluit, fagot en drie trompetten en pauken. En terwijl Bach zijn meeste kerkelijke cantates waarschijnlijk met slechts vier zangers (‘concertisten') moest uitvoeren, zal hij bij een gelegenheid als deze de beschikking hebben gehad over een aanvullend ripiënistenensemble dat de primaire zangers versterkt in tutti-passages.

Terug naar de inhoud