Nederlandse Bachvereniging
Jos van Veldhoven, dirigent
Maria Keohane, sopraan
Damien Guillon, alt
Valerio Contaldo, tenor
Lionel Meunier, bas
Oefennummers: |
Bladmuziek: |
Toelichting:
Terwijl Leipzigs Thomascantor slechts verplicht was wekelijks een cantate uit te voeren, zonder deze zelf te hoeven componeren, werd van hem wel expliciet een jaarlijkse cantate van eigen makelij verwacht tijdens de kerkdienst - op de eerste maandag na St.Bartholomeusdag (24 augustus) - ter gelegenheid van de wisseling van het stadsbestuur; uit de dertig voor het leven benoemde raadsleden werd telkenjare een derde deel, een fractie van tien personen, ‘regerend' verklaard en de overigen ‘rustend', slechts te raadplegen in crisissituaties. Met verkiezingen hebben dergelijke 'Ratswahl'cantates dus niet zoveel te maken. Ze hebben tot doel God te danken voor de zegeningen die de stad het afgelopen jaar heeft genoten en zijn steun te vragen voor de nieuwe bestuurders. Ratswahlcantates zijn dus kerkelijke cantates voor een niet-liturgische bestemming; de betreffende kerkdiensten vonden steeds plaats in de officiële stadskerk St Nicolai en boden de cantor een unieke gelegenheid zijn kunnen te tonen voor een uitgelezen schare hoogwaardigheidsbekleders: burgerlijke autoriteiten, vertegenwoordigers van de stedelijke aristocratie en wellicht zelfs een delegatie van het keurvorstelijk hof te Dresden. Voor de Ratswahlcantates pleegt de cantor zijn meest uitgebreide ensemble in te zetten: naast continuo, strijkers en hobo's spelen er steevast trompetten en pauken. BWV 29 is bovendien één van de weinige cantates waarvan de overgeleverde partijen voor de uitvoerenden ook een viertal ‘ripiënistenpartijen' omvatten, bestemd voor de tutti- of steunzangers die zo nu en dan de concertisten, die alle koor- en solopartijen zingen, versterken. De zeldzaamheid van deze vondst, bij een uitzonderlijke gelegenheid als deze, waarbij Bachs zangers niet tegelijkertijd in andere kerken nodig waren, vormt een belangrijk bewijs voor de stelling dat Bachs koor op normale zondagen slechts uit de vier concertisten bestond: ‘enkelvoudige bezetting'.
De Ratswahlcantate Wir danken dir, Gott, wir danken dir (BWV 29), geschreven voor 27 augustus 1731, illustreert trouwens wel dat voornoemde verplichting niet al te letterlijk moet worden uitgelegd: Ze belette Bach niet de cantate ongewijzigd te herhalen bij dezelfde gelegenheden in 1739 en 1749 (zie onderstaand tekstboek), de laatste minder dan een jaar voor zijn dood. Dus Bach heeft zeker geen 27 Ratswahlcantates gecomponeerd; we kennen nog vier andere (BWV 119, 193, 120, 69) plus één uit Mühlhausen (BWV 71), en de gedrukte teksten van nog drie waarvan de muziek is verloren gegaan. BWV 29 demonstreert bovendien dat Bach zich niet geneerde om in zijn Ratswahlcomposities bestaande stukken te recyclen. Waarschijnlijk hadden trouwens slechts zeer weinig toehoorders die oorspronkelijke composities überhaupt al eerder gehoord.