Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Bach - Cantate Jesus schläft, was soll ich hoffen BWV 81 - Sato | Nederlandse Bachvereniging
Nederlandse Bachvereniging
Shunske Sato, viool en leiding
Marjon Strijk, sopraan
Robin Blaze, alt
Daniel Johannsen, tenor
Stephan MacLeod, bas
Toelichting:
Bach schreef zijn cantate 81 voor de vierde zondag na Epifanie (Driekoningen), 30 januari 1724, dus in het eerste jaar na zijn aantreden als Thomaskantor in Leipzig. De cantate volgt, meer dan enige andere cantate, nogal nauwgezet de voor deze zondag voorgeschreven evangelielezing, Matteüs 8: 23-27, die verslag doet van een gebeurtenis waarover ook de andere ‘synoptische' evangelisten Marcus en Lucas berichten: Jezus vaart met zijn volgelingen in een boot over het meer van Galilea als er een storm opsteekt. Maar terwijl Jezus rustig doorslaapt, worden de discipelen bang, ze wekken Jezus, die met een enkel woord de storm weet te bedaren en vervolgens zijn discipelen vermaant met de woorden die in de cantate centraal staan (4) 'Waarom zijn jullie zo bang, kleingelovigen?'.
Bachs onbekende tekstdichter kan het verslag van de wederwaardigheden op het meer van Galilea omvormen tot een actuele preek door de ervaringen van de discipelen metaforisch te betrekken op de hedendaagse gelovigen. Dat gebeurt in drie fasen, met de drie aria's:
(1) Jezus slaapt / de gelovige ervaart zijn afwezigheid en vreest;
(3) het stormt / de gelovige wordt door de duivel, het kwaad en de zonde belaagd;
(5) Jezus maant de storm te luwen / hij komt de christen te hulp.
Hoewel Bach zich in twee stormaria's een kundig operacomponist betoont en lijkt te spotten met de instructie (bij zijn aantreden) om 'geen theatrale muziek' te schrijven, wordt de cantate niet echt dramatisch: Bach moet het drama immers vangen in drie aria's, en die hebben, ieder voor zich, van nature een nogal statisch karakter: een aria eindigt zoals ze begonnen is (da capo!) en de barokke esthetiek schrijft een 'eenheid van affect' voor. Hij moet gebeurtenissen dus reduceren tot een reeks achtereenvolgende gemoedstoestanden of situatieschilderingen: Jezus slaapt en wordt niet wakker, de storm komt niet op noch gaat hij liggen, en Jezus' bedarende gebaar blijft zonder hoorbaar gevolg.
De cantate heeft een symmetrische structuur: de centrale tekst (4) wordt geflankeerd door twee stormachtige aria's, twee recitatieven, een slotkoraal en een openingsaria. In de eerste drie delen slaapt Jezus, in de laatste is hij actief (schema). Er is geen openingskoor en geen solorol voor de sopraan

Terug naar de inhoud