Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Bach - Cantate BWV 116 - Du Friedefürst, Herr Jesu Christ
Soprano Markus Huber (Tölzer Knabenchor)
Alto Paul Esswood
Tenor Kurt Equiluz
Bass Philippe Huttenlocher
Tölzer Knabenchor - Gerhard Schmidt-Gaden
Concentus musicus Wien - Nikolaus Harnoncourt
Toelichting:
Omdat het protestantse Duitsland de door Paus Gregorius XIII in 1582 geïntroduceerde moderne berekening van de paasdatum slechts na lange aarzeling volgde, kon het gebeuren dat Pasen in Saksen nog in 1724 één week eerder viel dan in de rest van Europa. Met als gevolg dat in Leipzig ook Pinksteren en Trinitatis (de zondag na Pinksteren) een week eerder vielen en de periode van Trinitatis tot Eerste Advent 25 zondagen omvatte, tegen 24 elders. Aan dit toeval danken wij het feit dat er een koraalcantate bestaat voor de vijfentwintigste zondag na Trinitatis, 26 november 1724: BWV 116.
Gedurende de laatste zondagen van het kerkelijk jaar bezint de kerk zich op het einde der tijden, de oordeelsdag; in de evangelielezing voor deze zondag (Matteüs 24: 15-28) schetst Jezus de verschrikkingen daarvan, terwijl de apostel Paulus in de epistellezing (1 Thessalonicenzen 4: 13-18) de reddende wederkomst van Christus bespreekt. Beide aspecten komen in de cantate aan de orde: de bevrijdende rol van Jezus als Friedefürst en Nothelfer in de hoekdelen, het openingskoor en het slotkoraal, en de angst en schuld van de zondaars in de tussenliggende aria's en recitatieven. Dit laatste aspect verklaart de zo contrasterende titel van de enige andere cantate die Bach voor deze zondag schreef: Es reißet euch ein schrecklich Ende, BWV 90 uit 1723.
Het koraal waaraan de cantate haar titel ontleent werd in 1601 geschreven door de theoloog Jakob Ebert (1549-1614) en is volgens het Dresdner Gesangbuch bestemd voor allgemeine Not en zur Zeit des Krieges. Zoals in koraalcantates gebruikelijk handhaaft Bachs niet met zekerheid te identificeren tekstdichter Eberts eerste en laatste couplet voor het openingskoor en een slotkoraal; de ‘binnencoupletten' parafraseert hij tot recitatief- en ariateksten. De verwijzingen naar oorlog, nood en gevaar hebben slechts een algemene strekking, als straf voor de zonde, en verwijzen niet naar een actuele oorlog, zoals de oudere Bachvorsers ten onrechte meenden, die daarop de cantate dateerden in 1744, na de Pruisische invasie in Saksen.

Terug naar de inhoud