Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Bach - Cantate BWV 215 - Preise dein Glücke, gesegnetes Sachsen
Soprano Els Bongers
Tenor Paul Agnew
Bass Klaus Mertens
Amsterdam Baroque Orchestra & Choir - Ton Koopman
Toelichting:
Preise dein Glücke, gesegnetes Sachsen (BWV 215) is, zoals zijn BWV-nummer boven de 200 al aangeeft, een wereldlijke, niet-kerkelijke cantate. Bach schreef hem als huldigingsmuziek voor een openluchtuitvoering op de markt (afb.) te Leipzig, 5 oktober 1734 's avonds om 9 uur, ter ere van het bezoek van de Saksische keurvorst en Poolse Koning August III, die in beide kwaliteiten zijn in 1733 overleden vader August der Starke kortelings was opgevolgd.  De in Dresden en Warschau residerende koning had slechts enkele dagen tevoren aangekondigd in Leipzig aanwezig te zijn bij het begin van de najaars-Messe, van 2 tot 6 oktober; toen bleek dat hij dus op 5 oktober, precies één jaar na zijn verkiezing tot Poolse troonopvolger, in de stad zou zijn, namen studenten van Bachs Collegium Musicum het initiatief tot deze Abendmusik die door 600 studenten als besluit van een fakkeloptocht (afb.) werd uitgevoerd onder het raam van 's konings verblijf in het „Apelsche Haus“, Markt 17 (thans Königshaus, afb.). Zie de inzet voor een verslag van Leipzigs stadschroniqueur Johann Salomon Riemer.
Hij vermeldt ook de tragische nasleep: de volgende ochtend overleed de trompettist Gottfried Reiche (1667 - 1734) aan een beroerte ten gevolge van de inspanningen voor dit concert, gecombineerd met walm van de fakkels: Bachs favoriete en wereldberoemde senior-Stadtpfeifer voor wie hij zoveel 'onspeelbare' koperblaaspartijen kon schrijven.
De onverwachte komst van de nieuwbakken koning naar Leipzig valt voor Bach in de periode dat hij openlijk naar de gunsten van het Dresdense vorstenhuis dingt. In de hoop op de vacante post van hofkapelmeester of al was het maar de eretitel van Hofcompositeur voert hij de afgelopen jaren herhaaldelijk met zijn Collegium Musicum in Zimmermanns Kaffeehaus felicitatiecantates uit op naam- en verjaardagen van de koninklijke familie (BWV Anh. 11, 12, 213, 214, 205a), cantates waaruit rond de jaarwisseling 1734/35 delen in het Weihnachts-Oratorium zullen blijken te zijn terechtgekomen. Maar dat verloopt uiteraard steeds buiten aanwezigheid van de koninklijke jubilaris zelf; die kon slechts uit de krant of een aangeboden luxe-editie van het tekstboek over Bachs inspanningen geïnformeerd raken. Ook offreerde Bach nog slechts enkele maanden geleden ten paleize zijn naar Dresdense snit gecomponeerde Kyrie/Gloria-mis die later het begin van de HOHE MESSE zou gaan vormen. Als Bach nu dus plotseling de kans krijgt direct voor de vorst op te treden, schrapt hij meteen de voor 's konings verjaardag (7 october) voorziene uitvoering van BWV 206 om in enkele dagen iets veel imponerenders tot stand te brengen.
De tekst van universiteitsdocent Johann Christoph Clauder (1701 - 1779) staat, zoals in dergelijke gevallen gebruikelijk, vol barokke pluimstrijkerij jegens machthebbers. Maar Clauder is een modernist dus hoewel Bach de serenade aanvankelijk en gewoontegetrouw het opschrift Dramma per musica meegeeft, de oude benaming voor opera, valt het dramatisch gehalte hem gaandeweg tegen: hier geen optredens van mythische of allegorische personages zoals Wollust & Hercules (BWV 213) of Irene & Fama (BWV 214) maar slechts drie achtereenvolgende recitatief/aria-paren voor tenor, bas en sopraan die als Leipziger burgers de loftrompet steken over de heldendaden van August III, die zich overigens, anders dan zijn vader, meer als cultuurliefhebber dan als krijgsheer of staatsman zou ontpoppen. Dus voegt Bach aan zijn opschrift toe 'overo Cantata Gratulatoria in adventum Regis'.
Gezien Bachs korte voorbereidingstijd moeten veel delen uit deze cantate bewerkingen zijn van oudere composities. Maar slechts van één deel kennen we het parodiemodel: het openingskoor vervulde die functie al twee jaar eerder in de felicitatiecantate Es lebe der König, der Vater im Lande (BWV Anh I/11) die Bach op 3 augustus 1732 met zijn studentenensemble Collegium Musicum uitvoerde op de verjaardag van de vorige koning/keurvorst August der Starke. Van dit stuk is de muziek verloren gegaan maar Picanders libretto bewaard gebleven. En het is ook dit stuk - en niet Preise dein Glücke - dat model stond voor het latere OSANNA van de HOHE MESSE: wanneer Bach een stuk bij herhaling parodieerde koos hij steeds de oudste versie als uitgangspunt.

Terug naar de inhoud