Messe de Minuit | Marc-Antoine Charpentier (1643-1704)Deutsch-Französischer Chor Dresden und ChorsolistenMusiker auf barocken Instrumenten aus Dresden und LeipzigDirigent: Reinhart GröschelEin Mitschnitt aus dem Adventskonzert "La Nuit des Noël" am 7. Dezember 2013 in der Dreikönigskirche Dresden
Oefennummers. |
Bladmuziek: |
Messe de Minuit pour Noël van Marc-Antoine Charpentier.
Deze mis, waarschijnlijk gecomponeerd in 1690, is misschien Charpentier’s bekendste werk na het bekende “Te Deum” (Eurovisiemars). De speciale aantrekkingskracht van deze mis ligt in het gebruik van niet minder dan tien traditionele Franse kerstliederen.
Noëls ontleenden hun melodieën aan wereldlijke liedjes over liefde, wijn etc., we spreken dan van parodieën, of aan kerkelijke hymnen. In de 16de eeuw introduceerden de Fransiscanen de noëls in de kerk, tot afgrijzen van de kerkelijke elite overigens. De noëls bleven echter onverminderd populair. Noëls werden tot in de negentiende eeuw gepubliceerd in Grande Bibles des Noëls. Marc-Antoine Charpentier gebruikte tegen het einde van de 17de eeuw de melodieën van tien noëls in zijn Messe de Minuit pour Noël, in de traditie van de parodiemis. En zo kon het gebeuren dat Latijnse teksten van de mis terechtkwamen op melodieën van liedjes over verliefde herdertjes en herderinnetjes.
Kyrie eleison (noël ‘Joseph est bien marié’, volksliedje ‘Jolyet est marié’)
o Christe eleison (noël ‘Or, nous dites Marie’, volksliedje ‘Helas je l’ay Perdue' )
o Kyrie eleison (noël ‘Une jeune pucelle’, volksliedje ‘Une jeune fillette')
Gloria
o Laudamus te: noël ‘Tous les bourgeois de Chastre’
o Quoniam tu solus Sanctus: noël ‘Ou s’ent vont ces guays bergers’
o Laudamus te: noël ‘Tous les bourgeois de Chastre’
o Quoniam tu solus Sanctus: noël ‘Ou s’ent vont ces guays bergers’
Credo
o Deum de Deo: noël ‘Vous qui désirez sans fin’, volksliedje 'Magdelon, je t’aime bien’
o Deum de Deo: noël ‘Vous qui désirez sans fin’, volksliedje 'Magdelon, je t’aime bien’
o Crucifixus: noël ‘Voicy le jour solomnel de noël’, gebaseerd op het liedje ‘Quand ce beau printemps je voy’ van Pierre de Ronsard (1587)
o Et in Spiritum Sanctum: noël ‘A la venue de noël’
Sanctus (noël ‘O Dieu que n’estois en vie’)
Agnus Dei (noël ‘A minuit fut fait un resveil’, gebaseerd op het liedje 'Quand la bergere va aux champs’)