Ottorino Respighi "Lauda per la Nativitá del Signore"
Patricia Rosario(soprano), Angel
Louise Winter(mezzo soprano), Mary
Lynton Atkinson(tenor), Shepherd
The Richard Hickox Singers
The City of London Sinfonia
Richard Hickox, conductor
Oefennummers: | |
Lauda per la Natività del Signore
In 1930 componeerde Ottorino Respighi 'Lauda per la Natività del Signore', het enige sacrale koorwerk in zijn werken. In dit lied van lof voor het wonder van Kerstmis worden majestueus klinkende koorpassages afgewisseld met de solistische rollen van Maria, de engel en de herder, vergezeld van het geluid van pastorale instrumenten. De muziek is gevarieerd, met stilistische elementen variërend van de late romantiek tot neo barok, evenals de echo's van het Gregoriaanse gezang. En torenhoog is vooral het handelsmerk van Respighi: de kunst van het orkestreren
Ottorino Respighi (Bologna, 9 juli 1879 - Rome, 18 april 1936) was een Italiaanse componist uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Na zijn studies aan het muzieklyceum in Bologna (viool, altviool en compositie) ging hij naar Sint-Petersburg, waar hij enkele jaren speelde in de Keizerlijke Opera. Daar leerde hij tevens Nikolaj Rimski-Korsakov kennen, die hem verder onderrichte in compositie en orkestratie.
Van 1903 tot 1908 speelde hij altviool in het Mugellini-kwintet te Bologna. In 1908 was hij even in Berlijn, waar hij les kreeg van Max Bruch. In 1913 werd hij benoemd tot leraar compositie aan de Accademia Nazionale di Santa Cecilia in Rome, waar hij in 1924 directeur werd. Twee jaar later verliet hij die post echter om zich uitsluitend aan het componeren te kunnen wijden.
Hoewel Respighi negen opera's heeft gecomponeerd, is hij vooral bekend door zijn instrumentale werken, in de eerste plaats het orkestrale drieluik van symfonische gedichten Fontane di Roma, Pini di Roma en Feste Romane(bekend als de Romeinse Trilogie). Zijn stijl was een voortzetting van die van de Franse impressionisten en van Rimski-Korsakov. Daarnaast verdiepte hij zich ook in oude compositietechnieken, en bewerkte hij oude melodieën (bijvoorbeeld in Antiche arie e danze per liuto, drie orkestsuites gebaseerd op oude luitmuziek; Gli uccelli (De vogels), een suite gebaseerd op klavecimbelstukken uit de Barokperiode).
Het Internationaal Muziekmuseum en Bibliotheek in Bologna besteedt aandacht aan zijn werk en leven.