Mass in C minor op. 147, : Robert Schumann.7 Aprile 2014 - Conservatorio di Torino -Stagione concertistica 2013/2014 dell' Accademia Corale "Stefano Tempia" di TorinoCoro e Orchestra dell'AccademiaGuido Maria Guida direttore d'orchestraDario Tabbia maestro del CoroFrancesca Rotondo sopranoFilippo Pina Castiglioni tenoreDante Muro basso
Oefennummers. | |
Mass in C minor op. 147 |
Bladmuziek: | |
Mass in C minor op. 147 |
Componist: Robert Schumann
Robert Schumann was groot in het kleine: zijn piano- (Papillons, Carnaval, Humoreske, Kreisleriana, Kinderszenen) en liedcycli (Dichterliebe) zijn als het ware lange ketens van wisselende stemmingen, variërend van lieflijke dromerijen tot stormachtige razernij. In zijn Davidsbündlertänze deed hij het voorkomen alsof de dansen afwisselend geschreven waren door twee tegengestelde alter ego's: de energieke Florestan en de melancholische mijmeraar Eusebius. Deze Davidsbündlertänze waren een uitdrukking van Schumanns liefde voor de 10 jaar jongere Clara Wieck, de dochter van Schumanns pianoleraar Friedrich Wieck (die overigens fel tegen de verloving gekant was). Schumanns compositorische arbeid bleef overigens niet beperkt tot het maken van miniaturen alleen. Mede op aandringen van Clara ging Schumann zich toeleggen op meer grootschalige vormen. Vandaar dat hij ook op het terrein van de kamermuziek, concerten, symfonieën en oratoria belangrijk werk heeft nagelaten (Symfonieën nr.2 & 3 'Rheinische', Celloconcert, Kwintet voor piano en strijkers, Das Paradies und die Peri). Schumanns laatste jaren waren triest: op 27 februari 1854 gooide de manisch-depressieve componist zijn trouwring in de Rijn, om vervolgens zelf in het ijskoude water te springen. Na zijn redding verbleef hij vrijwillig in een gesticht, waar hij op 29 juli 1856 overleed.
Mass in C minor op.147
Robert Schumann schreef de mis in februari en maart 1852, direct voor het Requiem op. 148. Het is geschreven voor solostemmen, koor en orkest.
Delen van de mis werden voor het eerst op 18 april 1852 met zijn "Singekränzchen" gerepeteerd. Maar zijn hoop om het in de vroege zomer klaar te hebben voor uitvoering werd door slechte gezondheid niet door en het duurde tot het begin van het volgende jaar dat hij in staat was om hernieuwde repetities uit te voeren en vervolgens de Kyrie- en Gloria-secties uit te voeren in de Geissler Hall op 3 maart 1853.
Schumann leefde niet lang genoeg om zijn enige mis in zijn geheel te horen uitvoeren. En zelfs na zijn dood in 1856 vormden obstakels een wijdverspreide acceptatie.
Clara Schumann zelf probeerde uiteindelijk de bedenkingen weg te nemen die Johannes Brahms en Joseph Joachim hadden uitgesproken met betrekking tot de publicatie.
Na de première van Aken onder direktie van Franz Wüllner in juli 1861 schreef ze aan Brahms: "Je kunt je niet voorstellen hoe mooi het klinkt. Bepaalde lijnen in de Sanctus hebben zo'n geweldig effect dat koude rillingen langs je rug lopen."