Les Sept Paroles du Christ - Théodore Dubois Direction musicale: Anthony VigneronEnsemble Vocal de l'Abbaye de la CambreJulie Calbète,sopranoIvan Goossens, ténorMarcel Vanaud, baryton
Oefennummers. | |
Bladmuziek: | |
Théodore Dubois (Rosnay, 24 augustus 1837 - Parijs, 11 juni 1924) was een Frans componist.
Dankzij het winnen van de Prix de Rome was hij vanaf 1868 werkzaam als koordirigent aan St. Clotilde in Parijs. Hij volgde negen jaar later Camille Saint-Saëns op als organist aan La Madeleine. In het jaar 1871 werd hij benoemd tot professor harmonieleer aan het Conservatoire de Paris, waarvan hij van 1896 tot 1905 directeur was. Tot zijn leerlingen behoorden Paul Dukas en Florent Schmitt.
Dubois werd in 1905 gedwongen af te treden als directeur van het Conservatoire, omdat hij geweigerd had de Prix de Rome toe te kennen aan Maurice Ravel. De verontwaardiging daarover werd nog aangewakkerd door een vlammende open brief die Romain Rolland geschreven had. Gabriel Fauré nam het directeurschap over.
Als componist was Dubois conservatief en heeft hij weinig invloed uitgeoefend. Hoewel hij in het Franse muziekleven een vooraanstaande positie innam, speelde hij in de richtingenstrijd tussen Claude Debussy en de door Vincent d'Indy geleide school van César Franck slechts een bijrol. In de eerste plaats heeft hij een belangrijk oeuvre voor orgel op zijn naam staan. Verder componeerde hij o.a. opera's, oratoria, missen, orkestwerken, kamermuziek en liederen in een min of meer klassieke stijl.
"Les Sept Paroles du Christ" ("De zeven laatste woorden van Christus"), een van de twee oratoria van Dubois, was het meest uitgevoerde koor van de componist tijdens zijn leven. De complete versie is geschreven voor drie solisten, koor en groot orkest, maar Dubois maakte ook een - helaas verloren gegane - versie die de orkestpartij reduceert tot orgel, harp, tympani en contrabas.
Een vrije behandeling van de teksten, evenals het achterwege laten van een definitieve toewijzing van de rollen van de solisten, is typerend voor dit werk. De rol van Jezus wordt soms gespeeld door de tenor en soms door de bariton. De bekende “zeven laatste woorden” uit de evangeliën vormen volgens Johannes, Lucas, Marcus en Mattheüs de basis van de Latijnse vocale teksten. Dubois gebruikt voor zijn oratorium echter nog andere teksten, van slechts een gedeeltelijke bijbelse oorsprong, om de evangelieteksten aan te vullen of te kaderen.
De onbekendheid van dit stuk is des te verbazender omdat het tot 1965
jaarlijks te Parijs werd uitgevoerd, als een soort Franse Mattheuspassie.