The Hastings College Choir performs Christopher Smart's ecstatic 18th-century poetry as selected and set by 20th-century composer Benjamin Britten.
Dr. Fritz Mountford, conductor.
Vocal soloists are choir members
Shelby Leyland, soprano;
Ashten Purviance, mezzo-soprano;
Sean Anders, tenor;
Michael Lambelet, baritone.
Prof. Ruth Moore plays the magnificent mid-century Austin organ in the sanctuary of First Presbyterian Church, Hastings, Nebraska.
Oefennummers. |
Edward Benjamin Britten (Lowestoft, Suffolk, 22 november 1913 – Aldeburgh, Suffolk, 4 december 1976) was een Engelse componist, pianist en dirigent.
Britten volgde les aan Gresham's School te Holt, Norfolk. Als kind componeerde hij ongeveer 800 werkjes. Hij had pianolessen bij Harold Samuel en compositieles bij Frank Bridge (Samuel en Bridge waren bevriend). Dankzij een beurs kon hij studeren aan het Royal College of Music in Londen bij John Ireland en Arthur Benjamin. Hij begon daar onder meer aan zijn Rondo concertante voor piano en strijkorkest, dat hij echter nooit voltooide.
Nadat hij al enige filmmuziek had geschreven voor documentaires, kwam zijn doorbraak door de uitvoering van Variations on a theme of Frank Bridge, dat zijn première kreeg op de Salzburger Festspiele in 1937. Door de daaropvolgende composities, met name Sinfonia da Requiem (1940) en Serenade (1943), werd hem de leidende rol in de Britse klassieke muziek toegedicht. Van 1939 tot 1942 woonde Britten in de Verenigde Staten. Een aldaar estart klarinetconcert heeft hij nooit voltooid. In 1945 volgde de première van zijn tweede opera Peter Grimes, die leidde tot de erkenning van zijn dramatische kwaliteiten.
In 1947 formeerde Britten de English Opera Group, die opera's in première bracht van hemzelf en andere - vooral Britse - componisten als Lennox Berkeley, Malcolm Williamson, William Walton, Harrison Birtwistle en Thea Musgrave. Tot de groep behoorden vooraanstaande zangers, onder wie Kathleen Ferrier, Heather Harper, Peter Pears, Janet Baker en John Shirley-Quirk.
Britten richtte in 1948 het Aldeburgh Festival op. Op dat eerste festival voerde hij Frank Bridge's There is a willow grows aslant a brook uit in een eigen bewerking. In 1958 begon hij aan zijn nooit voltooide hommage aan Dennis Brain: In Memoriam Dennis Brain. Hij had diverse ontmoetingen met Dmitri Sjostakovitsj en Mstislav Rostropovitsj. Voor diens echtgenote Galina Visjnevskaja schreef hij de sopraanpartij in het War Requiem (1962). Andere bekende werken zijn: Les Illuminations (1939), The Young Person's Guide to the Orchestra (1946), A Midsummer Night's Dream (1960) bij het toneelstuk van William Shakespeare en de opera Death in Venice (1973).
Rejoice in the Lamb
Britten componeerde het werk op verzoek van predikant Walter Hussey van St Matthews Church in Northampton. Hij vroeg zeer nederig om een muziekstuk ter viering van de 50e verjaardag van de inwijding van de kerk. Hussey dorst het eigenlijk niet te vragen, maar Britten reageerde direct bereid te zijn. Hij wilde voornamelijk de aardse kunst in verbinding brengen met het kerkelijke. Dit was ook een van de initiatieven van de kerk, er zijn opdrachten gegeven aan Henry Moore, Graham Sutherland en Gerald Finzi. Voor de tekst week Britten uit naar het aardse. Christopher Smart, een Brits dichter, had volgens zijn schoonvader een geloofsmanie en die liet hem opsluiten in een psychiatrisch ziekenhuis. Aldaar schreef Smart zijn Rejoice in the lamb midden 18e eeuw. Gezien het thema werd het boek pas in 1939 gepubliceerd. W.H. Auden, toen nog vriend van de componist en ex-studiegenoot, maakte Britten op dat boek attent. Britten werkte er in mei, juni en juli 1943 aan om het op 17 juli 1943 te voltooien. De festiviteiten vonden plaats op 21 september 1943, Britten dirigeerde zelf het plaatselijke koor.