Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Johann Sebastian Bach- BWV95 Cantata for 16th Sunday after Trinity
Philippe Herreweghe 2007
Toelichting:
Op de zestiende zondag na Trinitatis - de zeventiende na Pinksteren - leest de kerk uit het evangelie van Lucas (7: 11-17) het verhaal dat Jezus een overleden jongen te Naïn uit de dood opwekt. De in Bachs omgeving gangbare Lutherse interpretatie concentreert zich niet op het wonder dat hier is verricht maar leest deze passage symbolisch, als een aankondiging dat de zielen van alle gelovigen na hun dood door Christus tot een eeuwig leven gewekt zullen worden, en dat men de dood derhalve kan verwelkomen als een noodzakelijke maar verheugende stap die het lijden in het aardse tranendal beëindigt en het hemels paradijs dichterbij brengt: de dood gerelativeerd tot een kortstondige slaap.
Deze gedachte ligt ten grondslag aan alle andere cantates die Bach voor deze zondag schreef: Komm, du süße Todesstunde (BWV 161, 1716), Liebster Gott, wenn werd ich sterben? (BWV 8, 1724) en Wer weiß, wie nahe mir mein Ende (BWV 27, 1726) en ook aan de hier besproken Christus, der ist mein Leben (BWV 95) voor 12 september 1723. Bach is, wanneer hij deze cantate schrijft drieënhalve maand cantor aan de Thomaskirche te Leipzig en het is de zeventiende cantate die daar in première gaat. De cantate getuigt van de experimenten die Bach in deze periode doet om kerkliederen (koralen) in cantates te verwerken. BWV 95 is in Bachs oeuvre volstrekt uitzonderlijk omdat er maar liefst vier verschillende koralen in voorkomen, allemaal behorend tot de in Leipzig populaire Sterbe-Lieder die het bovenomschreven piëtistische doodsverlangen uitdrukken. Alle aspecten van die Todessehnsucht passeren in deze cantate de revue: ik zal met vreugde sterven (1) want de wereld is een foute boel (2), afscheid daarvan een bevrijding (3) en dan liefst zo gauw mogelijk (4/5) want de dood is slechts een slaap waaruit ik zal opstaan (6) om mij bij Christus te voegen (7).

Terug naar de inhoud