Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Bach - Ihr werdet weinen und heulen BWV 103 - Sato | Nederlandse Bachverneiging
Nederlandse Bachvereniging
Shunske Sato, viool en leiding
Alex Potter, alt
Daniel Johannsen, tenor
Toelichting:
Nadat Bach, om redenen waarnaar wij slechts kunnen gissen, in de vastentijd 1725 gedwongen was zijn beoogde jaargang koraalcantates voortijdig te beëindigen, schreef hij tussen Pasen en Pinksteren 1725 onder meer negen cantates op teksten van de begaafde Leipziger dichteres Christiane Mariane von Ziegler (*1695); BWV 103, voor de derde zondag na Pasen (22 april 1725), is de eerste in deze reeks. Von Ziegler was de kunstminnende dochter van een oud-burgemeester van Leipzig; op 27-jarige leeftijd keerde zij terug naar Leipzig nadat ze twee echtgenoten had verloren en haar kinderen uit beide huwelijken. Haar teksten behoren tot de beste die Bach heeft getoonzet. Omdat Von Ziegler haar teksten voor deze negen cantates zelf in 1728 publiceerde, kunnen we niet alleen concluderen dat het op basis van persoonlijke contacten moet zijn geweest dat Bach er reeds in 1725 kon beschikken, maar ook dat Bach soms drastisch in haar teksten heeft ingegrepen (zie onder).
De derde zondag na Pasen heet in de kerkelijke agenda weliswaar Zondag Jubilate, maar in Bachs kerkmuziek is het toch geen vrolijke boel; andere cantates die hij voor deze dag schreef heten resp Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen (BWV 12, 1714) en Wir müssen durch viel Trübsal (BWV 146, 1726/7). De reden daarvoor geeft de evangelielezing uit Johannes 16: 16-23, waarin Jezus zijn afscheid aankondigt en zijn discipelen waarschuwt dat dat slechts een korte treurige periode zal vormen waarin de buitenwereld hen zal bespotten.
BWV 103 heeft tussen openingskoor en slotkoraal twee recitatief/aria-paren, die respectievelijk het verdriet over het vertrek van Jezus en de vreugde over zijn beloofde wederkomst behandelen. Er is geen solorol weggelegd voor de sopraan; instrumentale obligaatpartijen zijn er voor de trompet (nrs. 5 en 6) en (nrs. 1 en 3) voor een flauto piccolo, een zeer hoge blokfluit (in d''), die wij tegenwoordig 'sopranino‘ noemen, minder dan 25 cm lang; bij een latere uitvoering, waarvoor blijkbaar geen blokfluitist beschikbaar was, herschreef Bach deze partij, een octaaf lager, voor een viool- of traversosolo.

Terug naar de inhoud