Koorfantasie voor Piano, koor en Orkest in C minor op.80 van Ludwig van Beethoven
Opgenomen in de Berlin Philharmonie op 9 Februari 2002.
Lioba Braun, soprano
Karita Mattila, soprano
Annika Hudak, contralto
Mats Carlsson, tenor
Peter Seiffert, tenor
Lage Wedin, bass
Swedish Radio koor
Eric Ericson kamer koor
Bo Wannefors, koormeester
Maurizio Pollini, piano
Berliner Philharmoniker
Dirigent:Claudio Abbado
Oefennummer: |
Bladmuziek: |
Toelichting:
Fantasie in c voor piano, koor en orkest, opus 80 (1808-09) van Ludwig van Beethoven.
De koorfantasie voor piano, koor, en orkest werd eind 1808 gecomponeerd en ging in première tijdens een bijzonder gedenkwaardig concert dat Beethoven in Wenen gaf op 22 december 1808. Beethovens tijdgenoten wisten nauwelijks wat ze van dit buitenissige werk moesten denken. In de Koorfantasie opus 80 worden alle disparate krachten die in het concert gebruikt werden, in één compositie gebundeld: piano, orkest, solostemmen en koor. De compositie start met een richtingloos improviserende pianopartij, gaat daarna over in een orkestrale potpourri en eindigt in een artistieke lofzang door koor en solisten. Voor die gelegenheid zette Beethoven een tekst van zijn vriend Christoph Küffner op muziek die een ode is aan de vrede en de vreugde: ‘Wenn sich Lieb´und Kraft vermählen, Lohnt dem Menschen Götter-Gunst.’ De verwantschap van de Koorfantasie op. 80 aan de finale van de Negende Symfonie zal niemand niet ontgaan.
De Koorfantasie was het slotstuk van een vier uur durend concert waarop onder meer de première van de Vijfde en de Zesde Symfonie ook al op de affiche stond. Het moest ook zijn grote afscheid van Wenen worden, bereid als hij was om naar Kassel uit te wijken om een betrekking in te vullen aan het hof van de net tot koning van Westfalen gepromoveerde Jérôme Bonaparte die hem de baan had aangeboden.
Met de creatie van die drie uitmuntende werken tijdens een en hetzelfde concert wilde Beethoven het Weense publiekovertuigen van zijn genie, nog altijd zoekende naar erkenning die hij maar niet had gekregen. Uiteindelijk zou hij niet vertrekken, dankzij de steun van enkele getrouwen en de vriendschap van Marie Erdödy.