The Kingdom op.51
Composer: Edward Elgar
Conductor: Richard Hickox
Performer: David Wilson-Johnson, Felicity Palmer, Roderick Elms, Margaret Marshall, Arthur Davies
London Symphony Chorus,
London Symphony Orchestra
Oefennummers: |
The Kingdom (op.51) |
Bladmuziek: |
The Kingdom (op.51) |
The Kingdom
Sir Edward Elgar is voor velen synoniem met oer-Engelse Pomp and Circumstance. Maar Elgar is ook de componist van rijk geschakeerde en majestueus opgezette muzikale fresco’s, zoals The Kingdom, een groots opgezet oratorium.
Na The Dream of Gerontius en The Apostles, gaf het Birmingham Triennial Music Festival Elgar de opdracht om nog een groot oratorium voor het festival van 1906 te produceren. Dit was The Kingdom, een groots opgezet oratorium voor koor, orkest en solisten. Elgar verklankt hier het bijbelse verhaal van het leven van de discipelen van Jezus. Het toont de gemeenschap van de vroege kerk, Pinksteren (uitstorting van de Heilige Geest), met hoofdrollen voor Petrus, Johannes en Maria Magdalena. Met een dubbelkoor, solisten en orkest is het de belichaming van de muziek van rond 1900: groots, lyrisch, mysterieus en grenzeloos. Toen het in 1906 in Birmingham in première ging, was Elgar even beroemd als Wagner decennia daarvoor in Duitsland. Heel Engeland liep uit voor het groots opgezette oratorium, waarmee Elgar een nieuw en glorieus hoofdstuk toevoegde aan de Engelse oratorium-traditie. Sir Edward bewees opnieuw dat hij daarbij een waardige opvolger was van Händel en Mendelssohn, die in Groot-Brittannië triomfen vierden.
Het werk wordt nog steeds gezongen door getalenteerde koorverenigingen, met name in Engeland, hoewel minder vaak dan The Dream of Gerontius. Sommige van Elgars enthousiaste supporters, waaronder Adrian Boult, beschouwen het als zijn grootste koorwerk, van meer consistente kwaliteit dan zelfs The dream ofGerontius.
Omdat Elgar een amateurchemicus was, is het originele manuscript van het werk besmeurd met chemicaliën van zijn thuislaboratorium.