Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Matthäus-Passion / BWV 244
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Nederlandse Bachvereniging
Kampen Boys Choir
Jos van Veldhoven, dirigent

Solisten Coro 1
Benjamin Hulett, evangelist
Griet De Geyter (Dienstmeisje I, Pilatus' vrouw), sopraan
Tim Mead, alt
Robert Murray, tenor
Andreas Wolf (Jezus), bas

Solisten Coro 2
Lore Binon, sopraan
Alex Potter (Getuige I), alt
Charles Daniels (Getuige II), tenor
Sebastian Noack (Judas, Pilatus), bas
(Naast de oefennummers van elke koorgedeelte  is een video geplaatst van dezelfde gedeelte, maar dan uitgevoerd door het koor en orkest Collegium Vocale Gent o.l.v.Philipp Herreweghe.)

Tekst en vertaling
Matthäus Passion

Datering:
Vroeger werd gedacht dat Bach de Matthäus-Passion componeerde in 1728 en dat het stuk voor het eerst werd opgevoerd in de Thomaskirche in Leipzig op 15 april 1729, Goede Vrijdag. Tegenwoordig wordt aangenomen dat de eerste uitvoering op 11 april 1727 (tijdens de vesper-dienst op Goede Vrijdag) plaatsvond.  Mogelijk is de verwarring ontstaan doordat Bach in 1728 enkele (kleine) wijzigingen heeft aangebracht in de compositie. In 1736 en 1742 paste Bach de partituur wederom aan. In 1736 verving Bach het eenvoudige koraal Jesum lass ich nicht von mir BWV 244b door de indrukwekkende koraalzetting O Mensch bewein deine Sünde groß, dat aanvankelijk het openingskoor van de Johannes-Passion was. Tegenwoordig wordt de versie van 1736 als de finale versie beschouwd.

Stijl van de compositie:
De Matthäus-Passion is geschreven voor twee koren (groepen zangers en instrumentalisten). Een compositie met dubbele koren (cori spezzati) was ten tijde van Bach vooral in de Venetiaanse opera gebruikelijk. Tegenwoordig is het overigens gebruikelijk om slechts met één groep solisten en met één continuogroep te spelen.
De beide zangkoren vervullen op een aantal momenten in de Matthäus-Passion verschillende rollen. Op zes plaatsen vindt een dialoog plaats tussen gelovigen en de ooggetuigen. Koor I "speelt" hierin de rol van de 'Dochters van Zion', een personificatie van tijdgenoten van Jezus en dus ooggetuigen van het verhaal. Koor II staat voor de 'gelovigen' waar en wanneer ook ter wereld. Op andere plaatsen in de Matthäus-Passion staat koor I voor het hogere, goddelijke en koor II voor het lagere, wereldlijke. Op weer andere plaatsen vormen beide koren samen één groot koor.
De Matthäus-Passion heeft een heldere opbouw. Na het groots opgezette openingskoor vertelt de Evangelist het lijdens- en sterfverhaal van Jezus met minimale muzikale begeleiding. Deze vertellijn wordt onderbroken door recitatieven, aria's en koralen, om een individuele of collectieve reflectie op het verhaal te geven. De Matthäus-Passion eindigt bij de dood en graflegging van Jezus met het slotkoraal Wir setzen uns mit Tränen nieder.

Tekst van de Matthäus-Passion:
De recitatieven komen uit hoofdstuk 26 en 27 van het Evangelie volgens Matteüs. De teksten van de aria's en arioso's zijn geleverd door Bachs vaste tekstschrijver Picander. De koralen zijn gebaseerd op bestaande kerkliederen voor de lijdenstijd. Zo zijn verschillende coupletten uit O Haupt voll Blut und Wunden en Befiehl du deine Wege van Paul Gerhardt opgenomen.

Symboliek:
Bach speelt veel met getallen. Zo is de getalswaarde van de naam BACH gelijk aan 14 (B is de 2e letter van het alfabet, A de 1e, C de 3e en H de 8e, samen is dat 14). Het getal 14 komt in de Matthäus-Passion veelvuldig voor, er zijn bijvoorbeeld 14 koralen, wat dus terugslaat op de naam Bach. Minder bekend is dat 14 maal naar het hart verwezen wordt.
De Matthäus-Passion bestaat in totaal uit 68 muziekstukken. Naast de 14 koralen zijn er 27 passages waarin het evangelie wordt gezongen, en 27 overige stukken. Het getal 27 staat bij Bach voor de drie-eenheid van God (3×3×3). De 27 stukken evangelietekst bestaan uit in totaal 729 maten, wat het kwadraat is van 27.
In het stuk wordt door het koor: "Herr, bin ich's?" gezongen. Dit is in het stuk wanneer Jezus met de 12 apostelen aan het laatste avondmaal deel neemt en aankondigt dat hij door een van hen verraden zal worden. Het woord "Herr" wordt elf keer gezongen, geen 12 keer: men veronderstelt dat Judas (de verrader) zwijgt.

Een ander duidelijk voorbeeld van symboliek vindt men in de muzikale omlijsting van Jezus: bij alle teksten die Jezus zingt, wordt hij, bij wijze van aureool, begeleid door lieflijke strijkers, behalve bij zijn laatste woorden. Deze beroemde woorden luiden in Bachs Matthäus-Passion 'Eli, eli, lama asabthani', vertaald 'Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten'; de volledige verlatenheid van Jezus wordt hier dus geïllustreerd door de afwezigheid van de strijkers.
De Matthäus-Passion eindigt met een groot septiem als voorhouding. De voorhouding lost normaal op. Dit symboliseert de opstanding van Christus. Maar de symboliek komt ook op een minder subtiele wijze terug. De begeleiding van de Christuspartij in de recitatieven bijvoorbeeld gebeurt met een basso continuo. In totaal speelt deze basbegeleiding 365 noten, het aantal dagen in het jaar. Bach geeft hiermee aan dat Jezus de basis van alle dagen van het jaar vormt.

De Matthäus-Passion bestaat uit een kort eerste deel en een lang tweede deel. Hiermee zou Bach een kruisvorm aangegeven hebben. Het eerste deel vormt dan de horizontale balk en het tweede deel de lange verticale balk. De aankondiging van de verloochening door Petrus en de verloochening zelf vindt plaats rondom het 'snijpunt' van dit kruis. Precies halverwege het eerste deel kondigt Jezus aan Petrus aan dat deze hem driemaal zal verloochenen en na ongeveer eenzelfde tijdsduur in het tweede deel vindt dit daadwerkelijk plaats.

bron: wikipedia.org
Terug naar de inhoud