Franz Lehár: Die Lustige Witwe / Akt 2 - Introduktion, Tanz und Vilja-Lied "Es lebe eine Vilja" ·
Renée Fleming · Staatskapelle Dresden · Christian Thielemann · Dresden State Opera Chorus
Oefennummer. | ||
Bladmuziek: | ||
Korte inhoud Die lustige Witwe
Het verhaal van deze operette draait om de rijke allochtone
Parijse gemeenschap in het begin van de vorige eeuw. Graaf Danilo ontmoet zijn
oude liefde Hanna, die ooit berooid was maar inmiddels een zeer welgestelde
weduwe. Danilo is secretaris aan de ambassade van de Balkanstaat Pontevedro. De
ambassadeur wil Danilo en Hanna terug bij elkaar brengen omdat Hanna's fortuin
anders naar een Parijzenaar zou gaan en niet naar het economisch wankele
Pontevedro! Dat is het startschot voor een dolle komedie met tal van
verwikkelingen…
Toelichting
Met Die Lustige Witwe schreef
de Oostenrijks-Hongaarse componist Franz Lehár dé succesoperette van de 20ste
eeuw. Zoals het een echte operette betaamt, draait het ook in Die lustige Witwe om amusement en
liefdesverwikkelingen die omlijst worden door makkelijk in het gehoor liggende
melodieën. Lehár zelf zei eens over zijn werk dat de melodieën als vanzelf in
hem opkwamen tijdens een wandeling of ritje. Zo inspireerde het ritme van
trappelende voeten van mensen die heen en weer liepen tijdens een regenbui hem
tot het schrijven van het lied "Auf dem Boulevard am Abend".
De ontstaansgeschiedenis van Die lustige Witwe was er een van veel vallen en weer opstaan. Librettist Victor Léon had van Henri Meilhac diens L’attaché d’ambassade gemoderniseerd maar vond vervolgens geen geschikte componist. Tot de secretaris van Theater an der Wien de kou uit de lucht tussen Léon en Lehár wist te halen. Het resulteerde in een werk waar theaterdirecteur Wilhelm Karczag koude rillingen van kreeg: te nieuw, te origineel, te revolutionair door de gewaagde erotiek van de hoofdpersonen voor zijn conservatief publiek.
Hij kreeg geen gelijk. Lehár leverde een bruisende partituur af met orkestraal raffinement, meeslepende dansritmen en een overvloed aan lyrische ingevingen.
De ontstaansgeschiedenis van Die lustige Witwe was er een van veel vallen en weer opstaan. Librettist Victor Léon had van Henri Meilhac diens L’attaché d’ambassade gemoderniseerd maar vond vervolgens geen geschikte componist. Tot de secretaris van Theater an der Wien de kou uit de lucht tussen Léon en Lehár wist te halen. Het resulteerde in een werk waar theaterdirecteur Wilhelm Karczag koude rillingen van kreeg: te nieuw, te origineel, te revolutionair door de gewaagde erotiek van de hoofdpersonen voor zijn conservatief publiek.
Hij kreeg geen gelijk. Lehár leverde een bruisende partituur af met orkestraal raffinement, meeslepende dansritmen en een overvloed aan lyrische ingevingen.
Franz Lehár
Franz
Lehár werd geboren in het Hongaarse Komárom op 30 april 1870. Vanaf zijn
vijftiende volgde hij compositie- en vioollessen aan het Praags conservatorium
bij onder anderen Antonín Dvorák. Na zijn studie trad hij in dienst van het
leger. Hier speelde hij een tijdje in het harmonieorkest dat zijn vader
dirigeerde. Toen hij twintig jaar oud was, werd hij zelf dirigent. In 1902
verliet hij het leger en vanaf toen legde hij zich volledig toe op het
componeren. In 1905 componeerde hij Die lustige Witwe, dat een wereldwijd succes
werd. Het libretto van deze operette zorgt voor een aaneenschakeling van
intieme aria’s en duetten met feestelijke ensembles. Het Vilja-Lied is
een van deze aria’s. Het overweldigende succes van Die lustige Witwe maakte Franz Lehár zeer
rijk. Ook de operettes die hij daarna schreef mochten op groot enthousiasme
rekenen bij het publiek. In 1935 richtte hij zijn eigen muziekuitgeverij op om
zo veel mogelijk controle te hebben over de uitvoeringen van zijn werken. Franz
Lehár overleed in Bad Ischl op 24 oktober 1948