Vesperae solennes de Dominica, KV 321
Barbara Bonney, soprano;
Elisabeth von Magnus, alto;
Uwe Heilmann, tenor;
Gilles Cachemaille, bass;
Arnold Schoenberg Chor; Concentus Musicus,
conducted by Nikolaus Harnoncourt.
Oefennummers: |
Bladmuziek: |
Vesperae solennes de Dominica, KV 321 van Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Vesperae
solennes de Dominica, K. 321, is een koorcompositie, geschreven door
Wolfgang Amadeus Mozart in 1779.
Het werd op verzoek van aartsbisschop Colloredo in Salzburg gecomponeerd voor liturgisch gebruik in de kathedraal van de stad. De titel "de Dominica" duidt op het gebruik ervan in zondagsdiensten. De benaming Vesperae de Dominica is liturgisch onjuist, omdat voor de zondag het Laudate Dominum niet wordt opgenomen. David Humphreys geeft hiervoor als mogelijkheid de lakse 18e-eeuwse praktijk die afwijking toestond van de strikte eisen van de liturgie
Het werd op verzoek van aartsbisschop Colloredo in Salzburg gecomponeerd voor liturgisch gebruik in de kathedraal van de stad. De titel "de Dominica" duidt op het gebruik ervan in zondagsdiensten. De benaming Vesperae de Dominica is liturgisch onjuist, omdat voor de zondag het Laudate Dominum niet wordt opgenomen. David Humphreys geeft hiervoor als mogelijkheid de lakse 18e-eeuwse praktijk die afwijking toestond van de strikte eisen van de liturgie
De vespers is
het avondgebed tussen 17-18 uur, onderdeel van de getijden.
Er zijn drie vespercomposities van Mozart bekend:
één (KV. 193) omvat maar één enkele psalm (Dixit
Dominus) en het Magnificat;
de andere twee (de Vesperae de Dominica en
de Vesperae solemnes de confessore) zijn omvangrijker met elk de
volledige vereiste serie van psalmen (Dixit Dominus (Psalm 110; De
Heer spreekt tot mijn heer), Confitebor tibi Domine (Psalm
111; Ik wil de Heer loven met heel mijn hart), Beatus vir (Psalm
111; Machtig zijn de werken van de Heer), Laudate pueri Dominum (Psalm
113; Loof, dienaars van de Heer) en het Laudate Dominum omnes gentes (Psalm
117; Loof de Heer, alle volken) plus het Magnificat.De overgang van een leven als wonderkind op tournee naar een vaste baan aan het hof van de aartsbisschop van Salzburg moet enorm groot voor Mozart zijn geweest. De aartsbisschop schijnt een lompe, ongevoelige man te zijn geweest, die niet erg onder de indruk was van Mozarts talent. Eigenlijk gaf hij de voorkeur aan Italiaanse musici, die hij ook beter betaalde. Mozarts belangrijkste taak aan het hof was het schrijven van kerkmuziek, maar de aartsbisschop legde hem daarbij allerlei beperkingen op. Zo bepaalde hij onder andere precies de lengte van de composities, de omvang van het orkest, en wilde hij niet dat teksten herhaald werden. Voor Mozart, met zijn ongebreidelde muzikale fantasie, was het een knellend harnas.
Ondanks alle beperkingen schreef Mozart schitterende kerkmuziek in Salzburg, waaronder twee complete Vespers, de Vesperae de dominica, en de Vesperae solennes de confessore. Gecomponeerd rond 1778. Mozart is dus ongeveer 22 jaar. De composities waren bedoeld om op feestdagen uitgevoerd te worden tijdens de Vesper, de katholieke kerkdienst die dagelijks om zes uur ’s avonds gehouden wordt. Het zijn werken van een ongekende intensiteit. Het lijkt wel of Mozart zich tegen de aartsbisschop verzet door zoveel mogelijk energie in de muziek te stoppen. En zijn frustraties schijnen zich naar buiten te persen in de bijna ademloze opwinding van het werk. Toch hebben beide Vespers een buitengewoon zonnig karakter, en het betoverende “Laudate Dominum” uit de Vesperae solennes de confessore is een van de ontroerendste aria’s die Mozart ooit schreef.