Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Česká mše vánoční - Jakub Jan Ryba ( Kyrie,Gloria,Graduale,Credo,Offertorium,Sanctus,Benedictus,Agnus Dei,Communio )
ÚČINKUJÍCÍ: Symfonický orchestr a pěvecký sbor Pražské konzervatoře
dirigenti - Josef Kurfiřt a Josef Štefan
sbormistr - prof. Marek Valášek
soprán - Barbora Perná ( j.h.)
alt - Marie Svobodová
tenor - prof. Valentin Prolat
bas - Jakub Hliněnský
De Tsjechische kerstmis , ook wel de Hey Master Mass of in de volksmond Rybovka genoemd , ( lat. Missa solemnis Festis Nativitatis DJ Ch. acomodata in linguam bohemicam musicam – que redacta per Jac. Joa. Ryba , of afgekort als Missa pastoralis bohemica) is een kerkcompositie die in het Tsjechisch is geschreven door Jakub Jan Ryba, die ook de auteur is van de tekst. Hoewel het op dezelfde manier is opgebouwd als de Latijnse muziekmis (delen Kyrie, Gloria enz.), is het een pastoraal stuk dat wordt toegepast op de liturgie van de traditionele mis; het verhaal vertelt over de aankondiging van Christus, de geboorte en de komst van de herders naar de kribbe. De Tsjechische kerstmis heeft een puur pastoraal karakter, speelt zich af in de Tsjechische omgeving, was en is door zijn eenvoud en vrolijke en frisse sfeer begrijpelijk en toegankelijk voor een breed publiek.
 
 
Het werd gemaakt in 1796 (oorspronkelijk in de toonsoort A majeur, (tegenwoordig wordt het vaak een toon lager gespeeld, in G majeur), en verspreidde zich al snel door de Tsjechische landen via kopieën. Vanaf het allereerste begin waren er veel aanpassingen, bestaande uit veranderingen in instrumentatie, tekst, melodie of transposities in andere sleutels. Aangezien de originele partituur tot op de dag van vandaag niet bewaard is gebleven , zijn de momenteel gespeelde versies samengesteld op basis van kritische analyses van kopieën.


Jakub Šimon Jan Ryba (Přeštice, 26 oktober 1765 - Voltuš bij Rožmitál pod Třemšinem, 8 april 1815) was een Tsjechisch componist, muziekpedagoog en dirigent.

Levensloop[
Hij stamt uit een familie van cantores/organisten. Zijn ouders zijn, naar hij later in zijn dagboek schrijft, "rijk aan wijze rechtvaardigheid maar arm aan materiële welvaart".
Rond 1773 verhuist het gezin Ryba naar het buurdorp Nepomuk, waar de kleine Jakub ook naar school gaat. Daarnaast krijgt hij van vader Jakub Jan les in zang, viool, cello, orgel en later ook compositie. Hij heeft talent, want als hij tien is componeert hij al en kan hij zijn vader op het orgel vervangen. Dorpskapelaan Václav Held leert hem Latijn en Grieks.
In 1780 gaat hij in Praag studeren aan het Piaristengymnasium, waar hij onder meer les krijgt van de componisten Josef Ferdinand Norbert Seger en Leopold Antonín Koželuh. Om in de kosten te voorzien speelt hij cello in het orkest van het seminarie Sv. Václav en orgel in enkele kerken. Zijn droom is een beroemd componist en dirigent te worden.

In 1784 schrijft zijn vader hem dat in Nepomuk de post van hulpschoolmeester vrij is. Jakub breekt zijn studie af, solliciteert en krijgt de baan mits hij aantoont dat hij daartoe vaardig is. Een snelle cursus (bij zijn vader?) helpt hem daaraan te voldoen. In 1786 gaat hij naar Mnišek, waar hij zijn oom, ook schoolmeester en cantor, helpt en tegelijk verder studeert. Ruim een jaar later vindt hij toch een baan, want op 11 februari 1788 wordt hij cantor in Rožmitál pod Třemšinem en organist in de plaatselijke kerk Povýšení sv. Krřiže (Verheffing van het Heilig Kruis). Twee jaar later trouwt hij met Anna Langlerová. Het paar krijgt dertien kinderen, van wie er zes op jeugdige leeftijd overlijden.

In Rožmitál gaat het anders dan Ryba had gedroomd. Zijn pogingen om het onderwijs te hervormen volgens de richtlijnen van keizer Jozef II vallen niet goed. Sprak Ryba van huis uit Duits, in Rožmitál ontwikkelt hij een groeiende voorkeur voor de eigen Tsjechische taal, die hij ook gebruikt in kerkelijke muziek. Zijn muzikale opvattingen bezorgen hem de ergernis van pastoor Zachar en een deel van de dorpsbevolking pruimt de nieuwlichter niet echt. Een verzoening met de pastoor mag niet baten, Ryba voelt zich miskend en raakt daardoor teruggetrokken en depressief. Ten slotte maakt hij, 49 jaar oud, op 8 april 1815 in de bossen bij het dorpje Voltuš, even buiten Rožmitál, een einde aan zijn leven. Hij werd in eerste instantie op een ongewijd plekje op het kerkhof begraven. Later kregen zijn resten een prominentere plaats, met een grafmonument.

Werken
Ryba’s oeuvre beslaat rond de 1500 werken, liederen, aria's, kamermuziekwerken in velerlei soorten, concerten, symfonieën en ook veel kerkmuziek. Veel ervan is gebruiksmuziek, zoals je van een dorpscantor mag verwachten. Het is niet verwonderlijk dat er kerstmuziek bij zit. Kerst is ten slotte al eeuwenlang het meest aansprekende christelijke feest. Ryba's bekendste werk is een soort herdersspel in negen delen die elk de titel van de delen van een mis hebben, de Česká mše vánoční oftewel Boheemse Kerstmis.
De dorpsschoolmeester verloochende zich evenmin want Ryba schreef ook veel voor kinderen, zoals een reeks kerstliederen voor tweestemmig kinderkoor en instrumenten, die hij zelf pastorales noemde. Het bekendste exemplaar daarvan is Spi, spi, nevíňátko, voor sopraan, alt, kinderkoor, dudelzack, klavecimbel en orkest.
Zijn depressiviteit is niet te herkennen in zijn merendeels vrolijke en zeer melodieuze muziek. Zijn boek Počáteční a všeobecní základové ke všemu uměni hudebnimu, waarin hij vooral de grondslag legt voor de muziektheorie in de Tsjechische taal, verscheen pas na zijn dood in druk.









Terug naar de inhoud