Krönungsmesse van Franz Liszt (1811-1886) voor solisten, koor en orkest. S. 11 (1866-1869)
Uitgevoerd door: Hongaars Radio en Televisie koor.
Ferenc Sapszon, koordirigent
Budapest Symfonie Orkest.
Algehele leiding: György Lehel
Solisten:
Veronika Kincses, sopraan
Klára Takács, alt
Dénes Gulyás, tenor
László Polgár, bas
Oefennummers: |
Bladmuziek: |
Toelichting.
UNGARISCHE KRÖNUNGSMESSE
Op 24 april 1854 trouwen Elisabeth Amalia Eugenie von Wittelsbach (Sisi) en Franz Joseph I, keizer van Oostenrijk, in de Augustkerk in Wenen.
Elizabeth zag het als taak om Hongarije en Oostenrijk weer tot elkaar te brengen. Deze verstandhouding was na de Hongaarse opstand van 1848 zeer verslechterd. De Hongaren wilden zelfstandig worden. Het lukt Sisi om de landen weer te herenigen. In 1867 wordt de Oostenrijks – Hongaarse dubbelmonarchie opgericht en op 8 juni 1867 worden Sisi en Franz Joseph I tot koningin en koning van Hongarije gekroond in de Matthiaskerk in Boeda (het tegenwoordige Boedapest).
Voor deze kroning schreef Franz Liszt de Ungarische Krönungsmesse.
Van januari 1867 tot april dat jaar werkt Liszt In Boudapest aan de Ungarische Krönungsmesse .
Deze Kröningsmesse werd op 8 juni 1867 uitgevoerd in de Matthiaskerk te Buda in aanwezigheid van de componist zelf. ter gelegenheid van de kroning van de Oosterijkse keizer, Franz Joseph 1, tot koning van Hongarije. Zijn vrouw Elisabeth, voor ons bekend als "Sisi",werd hierbij koningin van Hongarije.
In een brief schrijft Liszt dat hij in dit werk heeft geprobeerd de twee belangrijke elementen te combineren : Het kerkelijke en het nationale gevoel, kerkelijke Gregoriaanse melodieën naast het nationale Hongaarse gevoel. In de partituur treffen we dan ook regelmatig Gregoriaanse citaten aan naast Hongaarse ritmen. Dit laatste element is duidelijk aanwezig in de orkestbegeleiding van het Sanctus. In het Agnus Dei en Qui tollis horen we flarden van het Hongaarse Rákóczi lied.
Bij de eerste uitvoering ontbraken het Graduale en het Offertorium. Beide delen werden later door Liszt aan de Mis toegevoegd . De tekst van het Graduale (psalm 116) verenigt alle volken in het geloof.
Liszt maakte van dit Graduale ook een versie alleen voor mannenkoor en orkest. In het Offertorium, tijdens de collecte, speelt alleen het orkest. Aanvankelijk wilde Liszt het Credo niet opnieuw componeren maar de oorspronkelijke Gregoriaanse melodie laten zingen. Ten slotte maakte hij een bewerking van het Credo uit de Messe Royale van Henry Du Mont (1610-1684).
Het Offertorium ontstond na de allereerste uitvoering en het Graduale pas twee jaar later.
Zoals bij Beethovens Missa Solemnis klinkt ook bij Liszt een prachtige vioolsolo in het Benedictus
.
FRANZ LISZT (1811-1886)
Liszt 1eefde midden in de 19e eeuw, een bewogen tijdvak van revoluties, technische en economische vooruitgang . Een eeuw van sociale onrust, maar ook van grote innerlijke onrust. Dit uitte zich bij kunstenaars in de romantische beweging.
De Hongaars componist en pianist geldt als een van de grootste pianovirtuozen aller tijden. Hij was tevens een succesvol en vooraanstaand pianoleraar en daarnaast een groot muziekhervormer en vernieuwer.
Franz Liszt werd op 22 oktober 1811 geboren aan het hof van prins Nicolaas Il Esterházy in Raiding, in het toenmalige koninkrijk Hongarije. Hij was het enige kind van Adam Liszt, en Maria Anna Lager.
Op zesjarige leeftijd al bleek zijn grote muzikale begaafdheid. Een jaar later kon hij lezen en schrijven, zowel brieven als muziek. Op negenjarige leeftijd gaf hij zijn eerste concert in Sopron, dat een groot succes werd. Kort hierna nam Adam, die zijn zoon het pianospelen bijbracht, hem mee naar het Esterházy-paleis Eisenstadt, om een tweede concert te organiseren voor prins Nicolaas Il Esterházy. Nog aan het einde van het jaar werd in Pressburg een concert voor Hongaarse edelen georganiseerd. Ook dit concert was een enorm succes.
In Wenen heeft Liszt nog een korte tijd onderricht in compositie gehad van Antonio Salieri, zij het op vrijwillige basis.
Een van zijn laatste concerten in Wenen was een solo-recital op 13 april 1823 waarvoor Ludwig van Beethoven uitgenodigd werd.
Ofschoon hij destijds al stokdoof was, zou Beethoven voor deze gelegenheid een thema hebben gecomponeerd waarop de jonge Franz kon improviseren. Het verhaal gaat dat Beethoven hem na afloop van het concert op het voorhoofd kuste!
In september 1823 verhuisde de familie naar Parijs zodat Liszt daar verder kon studeren . Hij werd echter niet tot het conservatorium in Parijs toegelaten op grond van het feit dat hij buitenlander was. Het vermoeden bestaat dat de oprichter en directeur van het Parijse conservatorium, Luigi Cherubini,zelf een Italiaan, een hekel had aan wonderkinderen .Wel heeft hij buiten het conservatorium om, nog theorieles van Anton Reicha en Ferdinando Paër gekregen. Verder muzikaal onderricht heeft Liszt niet gehad. Als pianist is Liszt daarom ook voor een groot deel autodidact.
Op 28 augustus 1827 kwam zijn vader, aan wie hij zo veel te danken had, ten gevolge van buiktyfus te overlijden. Voor de jonge Liszt was dit een enorme klap. Ook zijn mislukte relatie met een van zijn pupillen, Caroline de Saint-Cricq, maakte het er allemaal niet beter op. Al spoedig maakten depressies zich meester van hem. Gelijkertijd begon hij de interesse in de muziek te verliezen. Naast een zenuwinzinking werd hij ernstig ziek, maar hij herstelde hiervan. In deze tijd begon hij zich te verdiepen in literatuur en religie, hetgeen zijn composities in latere tijd diepgaand beïnvloed heeft. Bij het uitbreken van de Franse Revolutie van 1830 ontstond een kentering.Vol overgave stortte Liszt zich weer op de muziek, als was hij door het gebulder van de kanonnen wakker geschud.
Tussen 1830 en 1832 ontmoette hij onder andere Hector Berlioz, Frédéric Chopin en Niccolè Paganini die grote invloed hadden op Liszts leven als musicus. Daarnaast ontmoette hij schrijvers, filosofen en andere intellectuelen, onder wie Victor Hugo.
Van 1833 tot 1844 leefde Liszt samen met schrijfster Marie Catherine Sophie de Flavigny, gravin d'Agoult, meer bekend onder haar pseudoniem "Daniel Stern". Zij schonk hem twee dochters, Blandine en Cosima, en een zoon,Daniël,die op zeer jonge leeftijd overleed.
Dochter Blandine,Liszts eerste kind trouwde later in een vooraanstaand Frans geslacht;dochter Cosima trouwde later met Richard Wagner. Naast liefde bood deze relatie Liszt ook financiële zekerheid en een vaste verblijfplaats. Ook haar vele connecties zullen Liszt bijzonder van pas zijn gekomen. Aan de relatie kwam echter in 1844 een einde, onder andere vanwege zijn vaak langdurige afwezigheid en het openlijk flirten met andere vrouwen . In deze periode componeerde hij zijn befaamde Études d'Exécution Transcendante.
In 1847 raakte hij tijdens een concertreis in Rusland bevriend met prinses Carolyne zu Sayn Wittgenstein. Van een huwelijk is het echter niet gekomen, omdat de katholieke kerk de ontbinding van het huwelijk tussen prinses Carolyne en haar echtgenoot,prins Nicholas zu Sayn-Wittgenste in verbood.
In Rome ontving Liszt op één dag (30 juli 1865) alle vier de lagere priesterwijdingen . Het is mogelijk dat Pius IX zelf een hand had in een dispensatie . Nadat hij de tonsuur (kruinschering) ontvangen had schreef hij zijn moeder dat hij subdiaken wou blijven of misschien diaken wou worden, maar dat hij niet van plan was priester te worden. Het bleef echter bij subdiaken. Hij was daarmee wel clericus geworden.
Daarom wordt hij vaak geportretteerd in kleren die priesters droegen. Hij leek dus priester, maar was het niet. Het verschafte hem enkel de titel van "Abbé".
Tot in de laatste dagen van zijn leven reisde Liszt door Europa. Vlak voor zijn overlijden werd hij, na een zeer succesvolle concerttournee door Engeland en Frankrijk, verkouden, hetgeen spoedig overging in een longontsteking. Hij zou hiervan niet meer herstellen. Na dagen van ernstige ziekte overleed hij op 31juli 1886, in het bijzijn van enkele van zijn pupillen, op 74-jarige leeftijd te Bayreuth. Hij werd daar op 3 augustus begraven