Drömmarna - J. Sibelius | Êkhô choeur de chambre
Oefennummers. | ||
Bladmuziek: | ||
Toelichting
Jean Sibelius, geboren als Johan Christian Julius Sibelius, (Hämeenlinna, 8 december 1865 – Järvenpää bij Helsinki, 20 september 1957) was een Fins violist, componist, muziekpedagoog en dirigent. Hij is Finlands bekendste componist.
Jean Sibelius werd in 1865 geboren in een Zweedstalige Finse familie. In het voorjaar van 1900 ging hij op internationale tournee met Kajanus en zijn orkest en presenteerde zijn nieuwste werken (waaronder een herziene versie van zijn Eerste Symfonie) in dertien steden als Stockholm, Kopenhagen, Hamburg, Berlijn en Parijs. De critici waren uiterst positief en schreven hun enthousiaste recensies in Berliner Börsen-Courier, Berliner Fremdenblatt en Berliner Lokal Anzeiger.
Zijn bekendste werken zijn Finlandia, Valse Triste, het vioolconcert, de Karelia-suite en de Zwaan van Tuonela, een deel uit zijn Lemminkäinen-suite, maar hij schreef veel meer: zeven symfonieën, meer dan honderd liederen en geestelijke muziek. Sibelius liet zich sterk inspireren door de Kalevala, het Finse nationale epos, bijvoorbeeld in zijn koorsymfonie Kullervo. Ook verwerkte hij, geheel in de geest van het karelianisme, elementen van traditionele muziek uit Karelië in zijn werken.
Sibelius verklaarde de stijl van zijn latere werk door te stellen dat andere componisten zich bezighielden met het produceren van cocktails waar hij het publiek puur koud water aanbood. Na 1926 stopte Sibelius met componeren en vestigde zich in zijn huis (dat hij vernoemde naar zijn vrouw Ainola), waar hij ook in begraven werd. In 1950 werd hij onderscheiden met het Grootkruis in de Orde van de Witte Roos van Finland.
Drömmarna (1917)
Släktena födas, och släktena gå,
Släktena glida som Strömmar,
Dö och försvinna och slockna ändå
Dö ej de lockande drömmar:
Leva i sol och o sorg och i storm,
Domna och läggas på båren,
Uppstå ånyo i skimrande form,
Följa varanda I spåren.
Hur än de komma och hur än de gå,
Glida som speglande strömmar,
Hur de försvinna och slockna, ändå
Leva de eviga drömma
Dromen
Geslachten komen en geslachten gaan,
Geslachten verglijden als stromen,
Ze sterven, verdwijnen en lossen op,
Maar nooit sterven de verlokkende dromen:
Zij leven bij zon, bij droefheid of storm,
Gaan sluimeren en worden op een baar gelegd,
Ze ontstaan opnieuw, in schemervorm
Elkaar volgend in hun sporen.
Waar ze ook komen en waar ze ook gaan,
Ze verglijden als spiegelende stromen,
Waar ze ook vervagen en verdwijnen,
Dromen, ze leven eeuwig.