Johann Sebastian Bach:
Missa in g-klein (BWV 235)
Agnès Mellon, soprano
Gérard Lesne, alto
Christoph Prégardien Peter Kooy, bajo
Coro y Orquesta del Collegium Vocale de Gante Philippe Herreweghe
Oefennummers. | |
Bladmuziek: | |
BWV 235 Missa in g klein |
Toelichting
In de jaren 1738/39 schrijft Bach een viertal composities op de Griekse c.q. Latijnse teksten van Kyrie en Gloria.
Ze worden wel aangeduid als 'Lutherse missen' maar specifiek Luthers zijn ze niet: ze zouden in principe ook in de katholieke eredienst gebruikt kunnen worden. Ook worden ze wel 'korte missen' of 'missa brevis' genoemd, maar ook dat is misleidend: Missae breves zijn korte, compacte versies van de complete mistekst, dus inclusief Credo, Sanctus etc. Bach zelf noemt zijn composities Missa, de destijds gangbare benaming voor een Kyrie+Gloria-zetting, ter onderscheiding van een Missa tota die alle misdelen omvat.
Het is nog altijd niet duidelijk wat Bach heeft bewogen deze ‘missen' te componeren of liever: te assembleren, want de muziek ontleende hij aan cantates. Met zijn regelmatige cantateproductie was hij al twaalf jaar geleden gestopt, in het begin van de jaren dertig voltooide hij de reeks oratoria voor grote feesten en sleep hij nog wat aan zijn passies maar zijn compositorische interesse voor kerkmuziek leek wel verdwenen.
Waren ze bedoeld voor het katholieke hof in Dresden? Het is onwaarschijnlijk, want toen Bach in 1733 het Kyrie en Gloria van zijn latere Hohe Messe, de 'Dresden-mis', aan de nieuwe, katholieke koning/keurvorst te Dresden aanbood (vlassend op de titel 'Hofcompositeur'), bleek hij tot in detail op de hoogte van de kerkmuzikale regels in het katholieke Dresden, waaraan dit latere viertal niet beantwoordt.
Was het een opdracht voor een ander katholiek hof, bijvoorbeeld dat van de Boheemse Graaf Sporck, met wie Bach bewezen hartelijke contacten onderhield? Zou kunnen: ook van zijn Dresden-mis offreerde hij slechts de partijen maar behield zelf de partituur. Maar er is geen spoor van bewijs en graaf Sporck overleed op 30 maart 1738.
Maar waarom zou hij ze eigenlijk niet hebben geschreven voor eigen gebruik in Leipzig? Niet voor de hand liggend, want de enige partij die wijst op een Leipziger uitvoering dateert pas van tien jaar later. Maar het zou kunnen.
Immers, Luther hervormde aanvankelijk slechts de orde van de mis onder handhaving van het Latijn (Formula Missae, 1523) en bepleitte pas in tweede instantie (Deutsche Messe, 1526) eredienst in volkstaal, waartoe hij de Bijbel in het Duits vertaalde, liederen componeerde die de gemeente kon meezingen (koralen) en de misstructuur (die hij handhaafde) van Duitse equivalenten voorzag